15 jaar geleden, een revolutie in realtime communicatie

In april 2010 verscheen mijn eerste boek: Zakelijk Twitteren voor Beginners. Het was de tijd waarin Twitter net zijn vleugels spreidde als revolutionair communicatieplatform. Wat toen begon als een simpel kanaal voor korte updates in 140 tekens, groeide razendsnel uit tot een wereldwijd realtime medium. En dat was baanbrekend. Voor het eerst in de geschiedenis lag het informatievoordeel niet meer bij overheden, bedrijven of redacties. Iedereen kon publiceren. Iedereen kon verslag doen. Iedereen kon zijn stem laten horen. Dat was de echte revolutie van Twitter: de democratisering van informatie via realtime media.

Geen gatekeepers meer. Geen wachttijd. Geen hiërarchie. De eerste meldingen van een vliegtuigcrash? Via Twitter. De opstand in Iran? Twitter. Breaking news over de dood van Michael Jackson? Twitter.

In mijn boek schreef ik het letterlijk: “De rol van de media verandert. Mensen zijn niet meer afhankelijk van de redactie van het journaal. We kiezen zelf welke bronnen we vertrouwen.” Toen voelde dat als bevrijding…

En nu?

Vijftien jaar later ervaren we de schaduwkant van diezelfde democratisering van informatie. Wat begon als een bevrijdend platform voor iedereen om realtime zijn stem te laten horen, is nu een strijdtoneel van stemmen. Niet alleen burgers claimen zendtijd – ook mensen met invloed bouwen hun eigen media-imperium en dan heb je nog de inmenging van trolls die de gesprekken een specifieke kant op sturen. Het resultaat is structurele polarisatie. Niet per toeval, maar doordat het huidige online ecosysteem juist het volume beloont: Wie het hardst roept, krijgt aandacht. Wie nuanceert, komt nauwelijks in beeld op de tijdlijn van anderen.

En waarom gebeurt dat? Omdat we nu gewend zijn dat elk gepubliceerd bericht direct moet worden becommentarieerd. We reageren vaak sneller dan we lezen. We luisteren steeds slechter, omdat de focus ligt op het gelijk krijgen in plaats van op vragen stellen. Uiteindelijk dreigt het platform, ooit bedoeld om de wereld open te stellen, een echo-kamer te worden waarin waarheid naar de achtergrond verdwijnt.

Hoe democratisch is realtime media nog?

Realtime media gaf ons allemaal een podium. In theorie was dat democratisch — iedereen kon meedoen, publiceren en reageren vanuit gelijkwaardigheid. Het gaf ons een veel bredere blik op wat er in de wereld gebeurde en wat mensen over de hele wereld bezighield. Maar hoe democratisch is deze communicatie nog als algoritmes bepalen wat zichtbaar is? Want ja, iedereen kan iets publiceren. Maar wie hoort het nog? Het algoritme kiest liever voor conflict dan voor verdieping. Hoe verder je gedachten reiken, hoe kleiner de kans dat ze het daglicht op iemands tijdlijn halen. Wat niet polariseert, circuleert nauwelijks. De hoeveelheid reacties scoort hoger dan de kwaliteit van reacties. En alsof dat alleen nog niet voldoende is, bepalen de alpha-males wat er weggefilterd moet worden en wat bovenaan moet staan. En dat is niet per definitie de waarheid.

Ondertussen wordt er verder gezaagd aan de randen van de zichtbaarheid: Wetenschappers wordt gevraagd om vragenlijsten in te vullen over hun publicaties aangaande onderwerpen als migratie of transgenderkwesties. Met als gevolg dat ze drie keer nadenken voordat ze hun evidence based artikelen publiceren. Puur uit lijfsbehoud. Journalisten die niet meer veilig over de wereld kunnen reizen omdat ze niet meer kunnen vertrouwen op afspraken of zelfs aangenomen wetten.

We leven in een tijdperk waarin we sneller kunnen communiceren dan ooit tevoren — maar waarin de ruimte voor een doordachte boodschap kleiner is dan ooit. De technologie die bedoeld was om ons met elkaar te verbinden, lijkt ons steeds vaker uit elkaar te spelen.

De papieren krant in mijn brievenbus, niet realtime, wel onderbouwd

Vijftien jaar na het verschijnen van mijn boek zie ik hoe de belofte van realtime communicatie steeds verder naar de achtergrond raakt.

Ik lees weer een papieren krant — omdat op deze manier niet het algoritme bepaalt welke artikelen interessant zijn voor mij, maar waarbij ik zelf kan kiezen uit de verzameling die met zorg is samengesteld door mensen die ik vertrouw. Niemand die trackt welk artikel ik lees, niemand die mijn mening in een hokje duwt… gewoon slow media. Ik heb nog een account op X, maar daar ben ik al een tijdje niet meer geweest. Instagram, Pinterest, LinkedIn, Snappchat om te zien waar de pubers zijn en Facebook, omdat daar nog wat interessante groepen actief zijn. Kortom: ik leef in mijn eigen bubbel. Net als iedereen. Soms word ik er even heel hard uitgetrokken door een collega-spreker die ik ontmoette in Cleveland bij Content Marketing World. Een hardcore Republikein en Trump-loyalist. Ik kijk altijd met verbazing naar wat hij post. En tóch blijf ik hem volgen en de reacties onder zijn posts lezen. Andere bubbel. Gewoon om mezelf eraan te herinneren hoe ver onze werkelijkheden soms uit elkaar liggen. Niet alleen van elkaar, maar ook van wat onze media wel en niet laat zien.

Gelukkig heb ik ook twee pubers die af en toe met volle overtuiging bizarre feiten roepen die ze op TikTok hebben gehoord 😉 Nee, ik geloof niet dat het ooit simpeler wordt.

Volgende keer: Hoe bereik je als merk of maker nog je publiek, zonder je boodschap te verliezen aan algoritmes?

cover van Zakelijk Twitteren voor beginners